Elke week wordt aan de hand van een archiefstuk uit onze collectie een kort artikel gepubliceerd om te laten zien wat voor materiaal er in onze archieven te vinden is. Deze week schrijven we over een stuk dat in 2011 bij toeval werd aangetroffen in het depot van onze voorganger, het Streekarchief Rijnlands Midden.
Tijdens de middeleeuwen was leesvaardigheid voorbehouden aan een klein aantal mensen. Geschriften speelden vooral een rol in het wereldse bestuur of in de katholieke kerk. Alles werd met de hand geschreven op perkament, door mensen die daar speciaal voor werden opgeleid. Een voorbeeld van een boeksoort die in deze tijd veel werd gebruikt was een breviarium, waarin teksten die tijdens een koorgebed werden gebruikt waren gebundeld.
In de zestiende eeuw was Europa in de ban van de reformatie. Daarnaast had in de eeuw ervoor ook de boekdrukkunst haar intrede gedaan. Daarmee werden grote aantallen handgeschreven katholieke teksten in korte tijd onbruikbaar. Maar dat betekende niet dat het materiaal weggegooid werd. Het perkament van dit breviarium werd hergebruikt als omslag om het Dingboek over 1579-1601 van het Gerecht van Zwammerdam. Zwammerdam was in 1587 protestants geworden, waarmee het breviarium overbodig was geworden. Het breviarium bevat onder onder andere een stukje muziek (Mattheus 20, vs. 12-13) in hoefnagelnotitie zoals dat gangbaar was in de noordelijke Nederlanden.
Door hergebruik als omslag was het stuk eeuwenlang verloren geraakt. Aan de andere kant heeft het hergebruik er wel voor gezorgd dat het stuk niet compleet vernietigd is. Vandaar dat we ook wel spreken van een 'vergeetboek'.